wat2

WAT

Dit project wil inzetten op het realiseren van meer zorgzame buurten. Binnen dit project wordt het concept zorgzame buurten in de praktijk in vier pilootgemeenten vertaald (Deerlijk, Moorslede, Pelt en Hamont-Achel) 

Zorgzame buurten? Dat zijn buurten waarin een samenhangende én buurtgerichte aanpak van wonen, zorg en welzijn ervoor kan zorgen dat de persoon met een ondersteuningsnood zo lang mogelijk thuis in zijn vertrouwde omgeving kan blijven wonen.

doel2

DOEL

Werken aan een zorgzame buurt betekent het versterken van verbindingen: tussen mensen onderling, tussen mensen, organisaties en diensten en over domeinen, organisaties en doelgroepen heen. Het betekent ook werken aan onderbescherming (door een proactieve benadering), aan de preventie en aanpak van eenzaamheid, aan een toegankelijkere en kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening en aan een leefbare woonomgeving. Een zorgzame buurt heeft zowel aandacht voor wonen, zorg als welzijn met specifiek oog voor kwetsbare burgers. Het doel is om hier meer zorgzame buurten te creëren. 

relevantie2

RELEVANTIE

Tendensen zoals de toenemende vergrijzing, vereenzaming bij jong en oud, de samenleving die steeds meer individualiseert, stijgende zorgvragen, mensen die de weg naar de hulpverlening niet vinden… zorgen ervoor dat meer mensen in een kwetsbare situatie door de mazen van het net glippen. Een stijgend aantal mensen in een kwetsbare positie, met zorgbehoeften…  wil zijn leven zelfstandig thuis organiseren. Daarom is een zorgzame buurt van toenemend belang. 

onze rol2

ONZE ROL

Binnen dit project neemt Vonk3 de wetenschappelijke monitoring op. We willen de praktijkvertaling van het conceptuele model van zorgzame buurten in de praktijk in vier pilootgemeenten bestuderen: Deerlijk, Moorslede, Pelt en Hamont-Achel. Hiervoor vertrekken we vanuit de 8 functies van buurtzorgregie die de VVSG in een leidraad naar voren schuift.

 

Met de wetenschappelijke monitoring van de vier pilootpraktijken willen we niet alleen evalueren of het omzetten van de 8 functies van buurtzorgregie in de praktijk bijdraagt tot één of meerdere van bovenstaande eigenschappen van een zorgzame buurt. Maar we besteden ook aandacht aan de impact van elke functie op de eigenschappen van een zorgzame buurt alsook de verhouding tussen de functies onderling. 

Daarnaast bekijken we ook wie er in de vier pilootpraktijken bereikt wordt. Slaagt de praktijkvertaling erin zorgzame buurten te bouwen rond, voor en met kwetsbare buurtbewoners? 

Tot slot bekijken we ook hoe en waarom de praktijkvertaling van het model van buurtgerichte zorg met de 8 functies van buurtzorgregie leidt tot meer zorgzame buurten. Op die manier willen we kritische succesfactoren, drempels en randvoorwaarden blootleggen. 

We maken gebruik van een ‘mixed methods’ aanpak waarbij we verschillende methoden van dataverzameling combineren. Dat heeft als voordeel dat we de werkelijkheid beter kunnen vatten. De wetenschappelijke monitoring wordt opgedeeld in vier fasen. 

De analyse gebeurt met behulp van het CAIMeR-model. Dit model laat toe de contextfactoren mee in rekening te brengen om te beoordelen welk effect of impact een sociale interventie heeft, en voor wie. 

onderzoekers2

ONDERZOEKERS

Dorien Gryp

Leen Heylen

duur2

DUUR

01/07/2018 – 01/06/2022

 

Partners

We doen dit in samenwerking met VVSG,  Cera, Fonds dr. Daniel De Coninck en Porticus. 

 

Contact

Leen heylen

leen.heylen@thomasmore.be

+32 14 74 06 41